Na een heerlijke lunch bestel ik mijn brommer… De eisen zijn simpel, hij moet werkende meters hebben, stevig zijn en in totaal voor 12 dagen niet meer dan 500k (35 euro) mag kosten.

Na een half uur wordt de brommer bezorgd en na het zorgvuldig doornemen van de  papieren ( in tegenstelling tot gisteren ben ik opeens wel verzkerd) . Uiteraard zijn er de opstartproblemen…. Ik doe eerst mijn tas op de brommer om dan te realiseren dat mijn helm vast zit en dat ik daarvoor de zitting omhoog moet doen.  Mijn kleine rugzak lijkt opp geen enkele manier  vast te gaan en met moeite bind ik hem bovenop. De nieuwe helm gaat op en ik ga richting de grote weg. Na 300 meter valt mijn tas van de brommer (minder bevestigingsmateriaal vrees ik). Ik doe de grote rugzak op mijn rug en baan mij een weg door het drukke verkeer.

hoewel ik vastberaden ben moet ik zeggen dat doodsangst opeens ook wel heel erg dichtbij mijn State of mind komt. Het is echt wennen, de tas op mijnrug, het enorm drukke verkeer en het stof en de viezigheid. Nadat ik kuta uit ben ( geholpen met oversteken door een verkeersman) merk ik dat het iets rustiger wordt. Ik rijd helemaal links want harder dan 30 km per uur durf ik nog niet. Na een paar kilometer staat er een politiepst. Uiteraard word ik aangehouden ( met een neongele hoes om je tas val je natuurlijk best wel op). De agent lacht vriendelijk en vraagt naar mijn rijbewijs en registratie.  Met een grote glimlach overhandig ik hem mijn pasje en de registratie van de brommer. Alles is in orde en ik mag weer verder.  Zo blij dat ik vanmorgen dat rijbewijs heb gehaald! Wel vraag ik me wederom af of ik een nadrukkelijke doodswens heb dat ik dit doe…. Maar goed, je bent avontuurlijk en wilt wat.

Na een paar bijna dood ervaringen ( nee hoor mam en pap, ik overdrijf natuurlijk, ik doe niets met enig risico) op de weg krijg ik de smaak te pakken. De bevolking is lief, onderweg wordt me gevraagd waar ik heen wil en ze wijzen me in de juiste richting. Ondertussen is het angstzweet at opgedroogd en nu eht wat rustiger op de weg is rijd ik ook 50. Bij kruispunten verstop ik me tussen de andere brommers en rijd stoïcijns door.  De omgeving is prachtig maar ja, foto’s maken kan niet als je rijdt. Wat mij opviel? De families op scooters, de mooi geklede mannen, de geuren, van utlaatgassen tot parfum tot geurige bloesems tot wierook, de gaten in de weg, het soms ontbreken van stukken asfalt, de contracten rij met huizen langs de weg, nog geen rijstveld gezien, het getoeter, de vrachtwagens die dicht langs je rijden, totale chaos op kruispunten, kinderen langs de weg, uitgehongerde honden, prachtige overhangende bomen, tempels die willekeurig geplaatst lijken te zijn en heel veel offers.

Ik ben ook nog zo stom dat ik de benzine meter verkeerd interpreteer…. E staat natuurlijk voor ’empty’ en net op tijd rol ik een benzinestation in (50 cent per liter).

Na 2,5 uur rijd ik ongehavend Ubud binnen… Ik heb niets geboekt en rijd op goed geluk een steegje in waar ik een kamer vind voor 13 euro. Het is een juweeltje, prachtige deuren en bed, een schone badkamer met ontzettend gave vloer. Snel spring ik onder de douche en kleed me om. Ubud moet prachtig zijn volgens de brochures.

Ik loop de straat op en verbaas me… Het was vast prachtig maar is geheel overgenomen door toeristenindustrie die allerlei zaken verkopen. Oorspronkelijk een kunstenaars dorp kun je de mooiste dingen vinden, mijn hebzucht klieren slaan op hol, maar ik kan het moeilijk allemaal meenemen. Ik loop langs de markt naar ‘ monkey forest’. Een tempelcomplex waar apen vrij spel hebben. Ht is prachtig, weg van de straat en de brommers.

Apen springen op je en de tempel zelf is prachtig. Een klein aapje springt op schoot en wil onder mijn jurkje… Hij komt knuffelen en daarna…. Bijt hij me. Het zorgt wel voor leuke foto’s. Op de terugweg koop ik een ring om de schrik kwijt te raken… Ik vergeet ook accuut te onderhandelen 🙁 .

na een korte stop bij het hotel zoek ik een eettentje met Wifi , daar zit ik nu na een heerlijke Indon

esische maaltijd en bintang te genieten. Morgen rijd ik rustig naar het oosten toe, hopelijk kan ik overmorgen wat gaan duiken.